Voorbeelden van het gebruik van Menen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
ICZ2 vakantiewoning is een vakantiewoning in de Leiestreek- Menen voor max. 6 personen.
Dat kunt u niet menen.
Ze weten dat we het menen.
Dat kan je niet menen.
Ze menen het allemaal niet zo kwaad.
Wij menen dat Joel Fitzgerald de transactie heeft goedgekeurd.
Op zoek naar een B&B in Menen?
Castle, dat kun je niet menen.
Dan laten we zien dat we het menen.
Dat kun je niet menen. Wat?
Menen jullie dat serieus?
Wij menen van niet.
Ze menen het niet.
Op zoek naar een vakantiehuisje in Menen?
Een uitdrijving? Dat kunt u niet menen.
Dat kan ze niet menen.
Dit kun je niet menen.
Menen jullie dat echt?
Maar is de catachrese ook werkelijk de uitdaging die we erin menen te zien?
Ze menen het allemaal niet zo kwaad.