WITZE - vertaling in Nederlands

• grappen
• geintje
• moppen
• geintjes
• meen
• grappig
• humor
• grapje
• grapjes
• grap
• mop
• mopjes
• menen

Voorbeelden van het gebruik van Witze in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Liegen schlechte Witze in der Familie?
Slechte humor zit in de familie?

Ich mache nie Witze über's Geschäft, Raven.
Over zaken maak ik geen geintjes, Raven.

Okay. Jetzt machen sie Witze.
Oké. Nu maak je een geintje.

Ich habe neue Witze.
Ik heb nieuwe grappen.

Ich kenne nur alte Witze.
Ik kan alleen maar oude moppen.

Du machst Witze, aber ich bin nicht nicht angeturnt.
Je maakt een grapje, maar ik ben niet niet opgewonden.

Machen Sie Witze? -Das ist genug.
Meen je dat? Dat is zat.

Willst du Witze machen?
Probeer je grappig te zijn?

In der zukünftigen Welt brauchen wir Witze, ich bleibe also.
In de toekomst hebben we humor nodig, dus ik mag blijven.

Wir machen nur Witze.
We maken maar geintjes.

Willa Steutesmann? Oh, du machst Witze.
Willa Steutesman? Je maakt een geintje.

Sie kennt all meine Witze und Geschichten.
Ze kent al mijn grappen, mijn verhalen.

Ich kenne die Witze alle.
Ik ken alle moppen al.

Keine Witze heute?
Geen grapjes vandaag?

Wenn ich Witze mache, sage ich es Ihnen.
Als ik een grapje maak zeg ik het wel.

Also wenn ihr zwei mitkommen möchtet… Machst du Witze?
Meen je dat? Als jij en Imogene graag mee willen?

Du machst Witze, Mann.
Je bent grappig, man.

Wir brauchen Witze, religiöse Erleuchtung, Klatsch.
We hebben humor nodig, religieuze verlichting, roddels.

Er macht nur Witze.
Hij maakte gewoon een geintje.

Ich schreibe meine eigenen Witze.
Ik schrijf mijn eigen grappen.