OPTIMISTISCH - vertaling in Duits

optimistisch
positief
optimist
met optimisme
bullish
zuversichtlich
vertrouwen
zelfverzekerd
zeker
er zeker
optimistisch
hoopvol
ervan overtuigd
vol vertrouwen
vol zelfvertrouwen
erop
Optimist
optimistisch
een optimist
Optimismus
optimisme
optimistisch
optimist
hoffnungsfroh
hoopvol
hoop
optimistisch
optimistischer
positief
optimist
met optimisme
bullish
optimistische
positief
optimist
met optimisme
bullish
optimistischen
positief
optimist
met optimisme
bullish
Optimisten
optimistisch
een optimist

Voorbeelden van het gebruik van Optimistisch in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik moet optimistisch zijn.
Ich muss optimistisch sein.
Noem het optimistisch, maar ik hoopte dat ik het mocht gebruiken.
Nenn mich einen Optimisten, aber ich hatte gehofft, sie benutzen zu müssen.
Ik ben niet meer zo optimistisch.
Ich war wohl früher optimistischer.
Ik ben optimistisch.
Ich bin Optimist.
Dat ik voorzichtig optimistisch ben.
Dass ich vorsichtig optimistisch bin.
We zijn optimistisch.
Wir sind zuversichtlich.
Noem me optimistisch, maar dit kan allemaal voor het beste zijn.
Aber das könnte alles zum Besten sein. Nenn mich einen Optimisten.
Wees eens optimistisch.
Sei optimistischer.- Es verlangsamt sich.
Ik ben altijd optimistisch geweest.
Ich bin immer Optimist gewesen.
Maar je bent optimistisch.
Aber du wärst optimistisch.
Nooit.- Ik ben vrij optimistisch.
Niemals. Ich bin da ziemlich zuversichtlich.
Noem me optimistisch, maar dit kan allemaal voor het beste zijn.
Nenn mich einen Optimisten, aber das könnte alles zum Besten sein.
Sjolochovs toon is opvallend optimistisch.
Dessen Bruder Mietek ist da wesentlich optimistischer gestimmt.
Hij is nog optimistisch.
Er ist immer noch Optimist.
En ik ben niet zo optimistisch.
Ich bin nicht so optimistisch.
Uitstekend. Hij is optimistisch.
Sehr gut. Er ist zuversichtlich.
Hij is een eenvoudig, optimistisch mens.
Er ist ein einfacher, optimistischer Mensch.
Omdat we optimistisch zijn.
Weil wir Optimisten sind.
Volgens mij was Robert optimistisch.
Ich glaube, Robert war optimistisch.
Ik ben relatief optimistisch.
Ich bin relativ zuversichtlich.
Uitslagen: 1185, Tijd: 0.0473

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits