Voorbeelden van het gebruik van Speelde in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
We speelde verstoppertje.
Ik speelde dit vroeger in Gorky Park.
Dus hij speelde met zijn patrijs in een bos?
Daar speelde hij negen wedstrijden en kwam daarin niet tot scoren.
Hij speelde negen wedstrijden.
Mijn vader speelde de drums in een jazzorkest.
Ze speelde zelfs mijn favoriete nummer.
Daar speelde Circe niet.
Gideon speelde z'n eigen spelletje.
Daar speelde hij 37 wedstrijden.
Dossin speelde twee wedstrijden.
De een speelde citer, de ander zong.
Ik speelde football tegen Joel.
Courteney Cox speelde een chef-kok in Friends.
Je speelde, nietwaar? Dus rugby?
Hij speelde in totaal 19 interlands voor de nationale ploeg van zijn vaderland.
Hij speelde vijf wedstrijden.
In het weekend speelde ik met ze.
Jij speelde hobo bij haar laatste galavoorstelling.
Speelde ze basketbal?