Voorbeelden van het gebruik van Vrolijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij is vrolijk, heeft dwergen in dienst
Vrolijk Kerstfeets, Brian.
Vrolijk of droevig?
Als ze vrolijk is, draagt ze haar haar los.
Iedereen ziet er zo vrolijk en actief uit.
De kleuren zijn helder en vrolijk.
Je moet vrolijk meedoen in het leed van de wereld.
Ik ben vrolijk verder gegaan met de volgende opdracht,
Vrolijk Kerstmis'. Gefeliciteerd, lieverd.
En trommelden vrolijk op de vensterbanken.
Kijk hoe vrolijk we rennen.
Jij bent wel erg vrolijk, aangezien dit je laatste zaak met Beckett is.
Wat ben jij vrolijk zo vroeg in de ochtend?
M'n gedachten zijn niet vrolijk.
Ik was die avond zó vrolijk.
Ik wil dat mijn kinderen vrolijk, openhartig en avontuurlijk zijn.
We maken haar zo vrolijk dat ze van puur plezier wakker wordt.
Je lijkt vrolijk voor iemand die zo laat weg was.-Goedemorgen. Goedemorgen.
Vrolijk kerstfeest. Waar is de kerstman?
De een is vrolijk en spontaan, de ander serieus en stijf.