Voorbeelden van het gebruik van Was in de buurt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik was in de buurt.
Rudi was in de buurt.
Dus je was in de buurt en moest plassen?
Nou, ik was in de buurt.
Seon-gyeom was in de buurt.
Hoi. Ik was in de buurt.
Ik was in de buurt, ik wilde je het gedoe besparen.
Ik was in de buurt en wilde samen met je ontbijten.
Ik was in de buurt en wilde iets afgeven.
Ik was in de buurt en zag dat het licht aan was. .
Ik was in de buurt, dus wilde ik langskomen.
Ik was in de buurt, dus.
Ik was in de buurt, dus ging ik er heen.
Ik was in de buurt en ik besloot eens langs te komen.
Ik was in de buurt, en… Dokter.
Het spijt me, ik was in de buurt, ik heb je 10 keer ge-sms't.
Ik was in de buurt toen iemand verdween.
Ja, ik was in de buurt.
Nou, ik was in de buurt, rechercheur.
Lk was in de buurt.