Voorbeelden van het gebruik van Wil weer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik wil weer aan het werk.
Ik wil weer ik zijn.
Ze wil weer doof zijn.
Ik wil weer kamperen.
Ik wil weer aan de slag.
Ik wil weer met Shane praten.
Ik wil weer met Marcy naar bed.
Beste Cindy, ik wil weer gaan studeren maar mijn man is ertegen.
Ik wil weer aan het werk.
Ze wil weer rechercheur zijn.
Ik wil weer die man zijn.
Ik wil weer jouw vrouw zijn.
En ze wil weer deel uitmaken van G.
Ik wil weer 'n kind zijn.
Ik wil weer in de wijk gaan wonen.
Ik wil weer met Max praten.
Je enge buurman wil weer nieuws met me kijken.
Ik wil weer speciaal zijn.
Fischer wil weer in de grote hal spelen.
Clarence, Ik wil weer leven!