Voorbeelden van het gebruik van Zij zegt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En zij zegt:"Nou, ik niet.
Dann sagte sie:"Ich nicht.Zij zegt niet zoveel.
Zij zegt dat ze samen thuis waren
Dus zij zegt… Zij vraagt… waar ik woon.
Wo ich wohne. Also sagte sie, Als zij zegt, spring dan spring jij.
Wenn sie sagt, spring, springst du.Wat zij zegt is waar.
Was sie sagte, ist wahr.Wat zij zegt, doen ze allemaal.
Was sie sagt, das tun Zij zegt: 'Nee, dit is mijn baby.
Sie sagte:"Nein, das ist mein Baby.Zij zegt dat er overal banen zijn.
Aber sie sagt, dass es überall Jobs gibt.En zij zegt, Franky zal daar iets over te zeggen hebben.
Und sie sagte: Da hat Franky ein Wörtchen mitzureden.Dat is wat zij zei. Kan me niet schelen wat zij zegt.
Das Zij zegt dat je nooit iets afmaakt.
Sie sagte:"Du machst nie was zu Ende.Ik doe wat zij zegt.
Ich tue, was sie sagt.Zij zegt, je ziet eruit
Sie sagte:"Du siehst aus,Het kan me niet schelen wat zij zegt.
Ist mir egal, was sie sagt.Zij zegt:'Alles.
Sie sagte:"Alles.Beter doe wat zij zegt.
Tut besser, was sie sagt.En zij zegt dat je haar daarom zo leuk vond.
Und sie sagte, das ist der Grund, wieso du Vertel me wat zij zegt.
Und Wat zij zegt klopt.
Was sie sagte, stimmt.
