Voorbeelden van het gebruik van Biechten in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We moeten biechten.
u kunt bij mij biechten.
En ik kan niet biechten.
Alsof ik moest biechten.
Bedrieglijk. Je kunt altijd later biechten.
Je mag biechten.
Biechten deze mensen bij jou?
Biechten deze mensen bij jou? Eerwaarde Merrin?
Biechten deze mensen bij jou? Eerwaarde Merrin.
en je zonden biechten.
waarom zou iemand bij jou biechten?
Biechten werkt verlossend, Katie.
Maar soms is biechten slechts een verhulde vorm van opscheppen.
Biechten is toch geheim?
We moeten gaan biechten en lezen wat op de kaart staat.
Biechten hè?
Biechten is een anonieme daad.
Weet je hoeveel dronken biechten ik hoor van heren als jij?
Je moet biechten, in het reine komen.
Biechten kan heel hard zijn.