Voorbeelden van het gebruik van Het haten in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En beginnen met het haten van de slechteriken?
Hij zal het haten.
Ergens moet het haten ophouden.
De Heer houdt van degenen die het kwade haten.
Moet je jezekf versillen met het haten van alle Polen?
Mensen die het haten.
Doe dat niet, het haten van andere zwarten.
Je ging achter de mensen aan die ze het meest haten.
Dit gaat niet alleen over jou of over het haten van Dustin.
Je… zou het haten.
Wanneer gaan jullie stoppen met het haten van me.
Omdat Ricks zichzelf het meeste haten.
Waarom zou je al deze energie verspillen aan het haten van iemand?
Oh, je zal het haten.
Om nog maar te zwijgen van alle energie die we verspilden met het haten van Tina.
Wat aarzelende bezoekers het meest haten is de controle kwijt zijn.
En ik… haat mezelf… voor het haten van hen.
Ik weet dat ik het ga haten om het te zien eindigen.
En ik… haat mezelf… voor het haten van hen.
En ik… haat mezelf… voor het haten van hen.