ASSISTEREN - vertaling in Frans

aider
helpen
hulp
bijdragen
bijstaan
ondersteunen
assister
bijstaan
bijwonen
bij te wonen
bij te staan
aanwezig
deelnemen
helpen
getuige
ondersteunen
assisteren
participer
deelnemen
deel te nemen
meedoen
deelname
participeren
meewerken
bijdragen
bijwonen
doen
deelneming
assistance
bijstand
ondersteuning
hulp
assistentie
steun
support
hulpverlening
begeleiding
visumassistentie
helpdesk
aidant
helpen
hulp
bijdragen
bijstaan
ondersteunen
assistons
bijstaan
bijwonen
bij te wonen
bij te staan
aanwezig
deelnemen
helpen
getuige
ondersteunen
assisteren
aidons
helpen
hulp
bijdragen
bijstaan
ondersteunen
aident
helpen
hulp
bijdragen
bijstaan
ondersteunen
assistent
bijstaan
bijwonen
bij te wonen
bij te staan
aanwezig
deelnemen
helpen
getuige
ondersteunen
assisteren

Voorbeelden van het gebruik van Assisteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
En anders wil ze niet assisteren.
Sans excuses, elle n'assistera pas.
Drie marine-eenheden assisteren de 250 man politie die zijn ingezet.
Trois régiments de Marines ont été déployés pour aider les 250 policiers qui encadrent cette foule immense.
Assisteren bij de ontwikkeling van nieuw gedrukt materiaal.
Aide à la création de nouveaux documents imprimés.
Het assisteren bij controles en inspecties.
De participer aux audits et aux inspections;
Toen ik ze ging assisteren, noemde hij me zijn' lotusbloem.
Quand j'ai commencé à les aider, il m'a appelée son lotus.
Ik wil graag assisteren.
J'aimerais vous aider. Avec plaisir.
Jij mag assisteren.
Tu pourras m'assister.
Als ik terugkom, wil ik u assisteren.
Au retour, je veux être votre assistant.
Landry, wil jij helpen met opnemen en assisteren in de triage?
Landry, peux-tu aider aux admissions et les assister pour la répartition?
Welke jonge hond wil assisteren?
Lequel de vous veut m'assister?
Jouw collega zou toch assisteren?
Je croyais que votre collègue allait m'assister.
Jullie mogen me allebei assisteren.
Je peux vous prendre tous les deux. Second.
Je zult mr Sheridan assisteren, onze goochelaar.
Vous serez l'assistante de M. Sheridan, notre magicien.
Dan kan hij u assisteren.
Il pourra peut-être vous seconder.
Kan ik assisteren?
Puis-je opérer?
Ik had je niet moeten laten assisteren.
Je n'aurais jamais du vous autoriser à opérer.
En hoe gaat u mij precies assisteren?
Et comment exactement allez-vous m'aider?
Eise voert de keizersnede uit en ik mag assisteren.
Eise pratique une césarienne et je peux l'assister.
Grey, Avery, jullie gaan assisteren.
Grey, Avery, préparez-vous à assister. Ça va prendre un moment.
Bedankt dat ik mocht assisteren.
Merci de m'avoir laissé vous assister.
Uitslagen: 218, Tijd: 0.0686

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans