Voorbeelden van het gebruik van Een trucje in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dat is een trucje van de mensen.
Het is een trucje, maar ik weet niet hoe het werkt.
Doe een trucje.
Dit artikel geeft je een trucje dat je misschien een plezier doet.
Een trucje dat ik leerde op straat.
Een trucje.
Ik heb hem een trucje laten zien.
Een trucje dat ik in groep zeven leerde.
Wil je een trucje zien?
Zou je nu een trucje voor me kunnen doen?
Wil je een trucje zien?
Dat is een trucje.
En jouw waarzegger deed een magisch trucje.
Ik heb hem een trucje geleerd.
Ik denk dat ik een trucje vond.
Het was een trucje.
Ja, gewoon een trucje.
Dit is een trucje.
Het is maar een trucje.
Ik ken een trucje.