Voorbeelden van het gebruik van Truc in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Oit is geen truc, Pilar.
Dat is de truc.
Was dat een truc?
Ik geloof niet in de truc met het verborgen balletje.
Captain, het is een truc.
Ik geloof dat die inktvis een truc was, jij niet?
Misschien is 't een truc.
Voorzichtig. Dit is nog zo'n truc van hem om jou terug te krijgen.
Truc van mij?
Ik heb hier mijn hele leven gewoond en ik ken iedere truc in uw boek.
Wou je zeggen dat je 'n meerfase truc hebt met verborgen persoonlijkheden?
Nu heb ik je truc door.
Magie moet je haasten anders zie je de truc.
Het is geen truc, Mr Knapp.
Die truc bij de debatten… die was goed.
Het is een truc die auto taxateurs gebruiken.
De truc met de kaars.
De oude druipende gehaktbal truc… werkt iedere keer.
De truc is om niet gehecht te raken aan de auto.
Die truc was gewoon te prachtig.