Voorbeelden van het gebruik van Flink in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Nog één keer flink persen, Janine.
Dit zal ons flink helpen.
Hij verdient 't om in de toekomst flink te gaan verdienen.
Ik moet flink geld verdienen.
Flink kwam andere kleren voor je brengen.
Zijn been zit flink vast.
Dat is flink bezorgd.
Maar dan moet je flink inzetten.
We kunnen flink in de problemen komen.
Maar intussen kunnen wij hen flink op hun donder geven.
Als ik wegga, wordt hij flink pissig.
Het is flink veel.
Jij. Angel. Flink.
Je hebt hem flink te grazen genomen.
Je zit flink in de problemen.
Nou, nou, Rechercheur Cross. Jij gaat flink buiten je boekje.
Ik vind dat we 's flink moeten feesten.
Rills en de anderen hebben flink gewonnen in Crane's casino.
kun je flink in de problemen raken.
't gedoe met die acteur hem flink heeft geraakt.