Voorbeelden van het gebruik van Hard werken in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Laat Rick je hard werken?
Als we hard werken, laat hij ons spelletjes spelen.
Geintje, ik weet dat ze hard werken.
Bazin, als wij hard werken, krijgen wij dan ook iets?
Was hard werken.
Laat ons samen hard werken voor deze Grote Opdracht.
Hard werken?
Het was hard werken.
Wij allemaal, die hard werken.
We hoorden dat wat sexy wetenschappers dit weekend hard werken.
Na drie jaar hard werken, hebben we de doorbraak waar we op wachtten.
Hard werken en een verlammende hypotheek.
Hard werken.
Het is hard werken.
Het is hard werken, maar iemand moet het doen.
Je laat die crew hard werken, hè?
En… gewoon hard werken en hopen.
Hard werken.
Maar als jij en ik hard werken, kunnen we hem een stapje voor zijn.
Hard werken is niet zo gemakkelijk