Voorbeelden van het gebruik van Hard werken in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hard werken. Hard Spelen".
Als we vandaag hard werken, dan maken we deze af.
Hard werken daaraan.
Maar als jij en ik hard werken, kunnen we hem een stapje voor zijn.
Hard werken, jongens!
Hard werken betekent hard feestvieren.
Hard werken, dames en heren!”.
Ja, als we het laten wegleggen, een paar jaar hard werken.
Iedereen moet hard werken.
Na anderhalf jaar van hard werken ging ik ongelofelijke dingen doen.
Jaren van hard werken heeft zijn vruchten afgeworpen.
Door hard werken hebben we het respect van de vastgoed Gemeenschap verdiend.
Het is hard werken om tofu te maken.
Gewoon hard werken en wat Amerikaans vernuft.
Het is hard werken, maar ik hou van mensen dus.
Het is hard werken, de hele avond met je kont draaien.
Hij moet hard werken om het fysieke onderzoek te halen.
Waarom zo hard werken als je toch maar doodgaat?
Vrouwen die hard werken in de Heer”.
Het is hard werken, maar Crick is een goede man.