Voorbeelden van het gebruik van Hard in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Besneeuwde weg lawaai moet betrekkelijk hard zijn, omdat de sneeuw is nu up.
Het was zo hard. Ik kon mezelf niet horen denken.
Ik was eerder hard tegen je… Maar ik was bang, Cam.
Ze uitdrijven klinkt misschien hard, maar ze zijn beter af zonder mij.
Ze zijn heel hard en als het voertuig niet bijzonder voorbeeld geluidsdemping.
En ze kon hard zijn en ik haatte haar soms.
En de muziek stond hard, maar ik zag zijn gezicht.
We praten allebei hard en ik weet niet wie het hardst praat.
De muziek was te hard, het was te zacht.
Praat zo hard als je wilt, Johnny is niet hier.
Het staat een beetje hard en we proberen te werken.
Hij is hard, maar eerlijk.
Dat is hard, man en het liedje heeft vier akkoorden.
Trouwens, het water is hard hier. Dat zal het zachter maken.
Dat lijkt hard, en dat is het ook.
Hard geknokt tijdens de tweede.
Als zij het hard willen spelen, spelen wij het ook hard. .
De liefde is hard, maar ze is veilig.
Dat was veel te hard en ja, het is een zij.
Ik weet dat dit Huis ook al hard aan het werk is aan zijn advies.