Voorbeelden van het gebruik van Hij brak in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij brak in via de kelder.
Omdat de windwijzer een symbool was van de familie die hij brak.
Jerry stond erop dat ik wat geld aannam voor die boor dat hij brak.
Hij brak de wet.
Hij brak!
Hij brak al z'n botten!
Hij brak mijn handen.
Hij brak één van hen zijn arm.
Hij brak twee wervels toen hij haar wurgde.
Hij brak binnen in mijn bureau. Op zoek naar bewijzen, denk ik.
Hij brak de cassette in stukken en confronteerde z'n broer.
Hij brak uit de hel na 50 jaar voor brandstichting.
Hij brak op zeven, het is dus glas.
Hij brak in mijn lab.
Hij brak zijn eigen eed, verraadde z'n broers.
Hij brak haar hart.
Hij brak zijn linkerpols en zijn hand was ernstig verwond.
Hij brak bij deze val een arm.
Hij brak het achterraam en sprong over de muur.