Voorbeelden van het gebruik van Ik bezig ben in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je praat alleen als ik bezig ben.
Vertel Cesar dat ik bezig ben.
Vertel de president dat ik bezig ben.
Zeg haar dat ik bezig ben.
Zeg meneer dat ik bezig ben.
Zie je niet dat ik bezig ben?
Neem de telefoon op. Zie je niet dat ik bezig ben?
Kun je niet zien, dat ik bezig ben.
Zie je niet dat ik bezig ben?
Zie je niet dat ik bezig ben?
Iemand vertelde hen waarmee ik bezig ben.
Net nu ik bezig ben?
Kun je ze vertellen dat ik bezig ben met mijn 10.000ste operatie?
Weet je waarmee ik bezig ben?
Wat ik bedoel, is dat ik bezig ben met iets.
Je ziet toch dat ik bezig ben.
Daarom moeten jullie hier blijven en het afkoelen terwijl ik bezig ben met Dawn.