Voorbeelden van het gebruik van Klant in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Een klant.
Dus, ze was geen klant?
Hoe was het gisteravond met je Duitse klant?
Hij is binnen. Hij bedient een klant.
De politie heeft de explosieven. M'n klant loopt gevaar.
Maar ik ben niet uw standaard klant.
Maar ze belde 911, vanwege een paar zinnen, die een klant gebruikte.
ben jij eigenlijk geen klant.
Jenna Ryan. Is zij klant bij u?
Misschien was het een ontevreden klant.
Ze had een woordenwisseling met een ontevreden klant.
Het succes van zowel ons eigen bedrijf als dat van de klant.
Digitale klantcontacten zoals de klant het wilt.
Dus ik ben een zeer tevreden klant over de ganse lijn.
U voert verschillende kosten in, afhankelijk van hoeveel een klant besteedt.
U kunt ook pitchen betere producten op basis van uw klant interacties.
Verkrijgbaar in breedtes klant& lengtes.
(2) klant vereiste verpakking.
Onderweg is het Cargolift-platform immers het visitekaartje van de klant.
Ik ben een tevreden klant!