Voorbeelden van het gebruik van Opgeven in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dylan zal de voogdij nooit opgeven.
nooit opgeven.
Ik ben zelfs opgeven" Melrose place.
Niemand kan dat opgeven.
Ja. En ze willen dat niet opgeven.
Ik moest m'n auto als gestolen opgeven.
Ik kan m'n visioenen niet opgeven.
je mag niet opgeven.
Er is een verschil tussen opgeven en iets loslaten.
Ik moest mijn 6 uur s'ochtends training opgeven.
Dus, je gaat Seung Jo nu opgeven?
Ik mag niet opgeven.
misschien moet je het opgeven.
Zelfmoord en je leven opgeven zijn niet hetzelfde.
Misschien moet jij ook nog niet opgeven wat dat meisje betreft.
Dat wil ik niet opgeven.
Maar dat wil niet zeggen, dat je moet opgeven.
Je zult iemand moeten opgeven.
Je mag de liefde niet opgeven.
We moeten 't niet opgeven.