Voorbeelden van het gebruik van Riep in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij riep naar de soldaten dat ze het vuren moesten staken.
De paus riep alle christelijke landen op om Venetië te onderwerpen.
Terwijl de bijl viel riep hij nog “Leve de re…”.
Dus ik riep moed en volgde de buidelrat in de struiken.
Een huurder riep regelmatig de politie van Minneapolis over de vagrants.
Telkens en telkens weer riep ik tot God om mij te helpen.
Incomer84", riep met een ongeschikt 5 8.
Johannes' doopsel riep de zondaars op om terug te keren naar God.
De stem in de woestijn riep uit naar de mensen voor een doopsel van bekering.
Ik riep," Daar kom ik!
In het visioen riep ik de naam van iemand met de naam Deitz.
Hij riep heel luid,
Water! water!” riep d'Artagnan,„water!”!
Dagen riep ik.
Koen!" riep ik voor de derde maal.
Ik deed 'm geen pijn. Hij riep niet.- Waar heb je pijn?
Ik riep haar, maar.
Als ik hem voor het eten riep, zei hij:" Ik eet straks.
Toen riep hij: Vind je donuts lekker?
Tijdens de nachtwacht, riep hij,' Allezz goed.