Voorbeelden van het gebruik van Toch dat in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Jullie zeggen toch dat hiv niet langer een doodvonnis is?
Meid, je weet toch dat ik geen patatjes mag.
En je wilt toch dat ik gelukkig ben?
Je weet toch dat ik mijn ferkakta computer niet aan kan zetten!
Je weet toch dat ik ga scheiden?
U weet toch dat dit Parlement meestal lichtjaren voorloopt op de Commissie.
Je ziet toch dat ik nog beweeg?
Je ziet toch dat ik bezig ben.
Hoe kan het toch dat je niet getrouwd bent?
Jack, je begrijpt toch dat zodra je dadelijk ophangt.
Snap toch dat ik iets moet doen?
Je weet toch dat ik niet kook.
Je weet toch dat ik je alleen bestudeerd heb?
Mama denkt toch dat ze ze kwijt is.
Je ziet toch dat er voor vier personen is gedekt?
Ze ziet toch dat we spelen?
Ik zei je toch dat rijden sneller was?
Ik zei toch dat hij buiten was.
Jongens, ik zei toch dat jullie moesten wachten?
Je ziet toch dat ze huilt?