PAS VRAI - vertaling in Nederlands

• toch
• hè
• nietwaar
• niet waar
• hé
• niet zo
• niet echt
• niet soms
• wel
• niet dan
• niet het geval
• is het niet
• klopt

Voorbeelden van het gebruik van Pas vrai in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Le concept de ferme t'échappe, pas vrai, soeurette?
Je snapt het boerderijconcept niet echt, hé?

Tu n'es pas du coin, pas vrai?
Je bent niet van hier, wel?

Voilà pourquoi Ansar Dine est après toi, pas vrai?
Dat is de reden waarom de Ansar Dine nadat u, is het niet?

Je suis devenu hyper superficiel, pas vrai?
Ik ben zeer oppervlakkig geworden, of niet soms?

Mais je devrais pas penser à ça, pas vrai?
Maar daar mag ik niet aan denken, hé?

Cela n'est pas vrai.
Dat is niet het geval.

Pas vrai, M. Winter?
Klopt dat, Mr Winter?

Pas vrai, salope?
Niet dan, teef?

Elle n'a aucune idée de qui tu es, pas vrai?
Ze heeft geen idee wie je bent, wel?

C'est pas vrai?
Het is niet echt.

Eh bien, vous aimez surgir des endroits, pas vrai?
Nou, je houdt ervan van om op te duiken, is het niet?

On est tous des putes. Pas vrai, Frank?
We zijn allemaal hoeren, niet soms, Frank?

Cette montagne est importante pour vous Caxton, pas vrai?
Deze berg is erg belangrijk voor je, hé?

Ce n'est pas vrai.
Dat is niet het geval.

Vous êtes le numéro 531, pas vrai?
Jullie twee zijn 531, klopt?- Ja, 531?

Pas vrai, fiston?
Niet dan, zoon?

Mais tu vas venir nous visiter, pas vrai?
Maar je komt wel op bezoek?

Ouais, mais c'est pas vrai.
Ja, maar het is niet echt.

Et c'est quelque chose à craindre, pas vrai docteur?
En het is iets om bang voor te zijn, is het niet, dokter?

Tu vas l'épouser pour son argent, pas vrai?
Je trouwt met haar om het geld. Of niet soms?