VRAI - vertaling in Nederlands

waar
vrai
que
de quoi
d'où
zo
si
ainsi
aussi
tellement
comme ça
par exemple
donc
alors
tant
trop
waarheid
vérité
vrai
verite
toch
non
pourtant
néanmoins
cependant
hein
quand même
pas
mais
toutefois
bien
inderdaad
effectivement
oui
bien
vraiment
vrai
certes
c'est vrai
réellement
effet
véritablement
weliswaar
certes
bien
si
vrai
tout
toutefois
même
wel
bien
est
oui
si
toutefois
faire
cependant
pas
a
vais
eerlijk
honnête
juste
honnêtement
équitable
franc
franchement
sincère
équitablement
vrai
vérité
waarachtig
vrai
véritable
vraiment
véridiques
authentique
en vérité , en vérité
véritablement
réelle
true
vrai
véritable
certes

Voorbeelden van het gebruik van Vrai in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Mais ce n'est pas le vrai problème.
Maar dat is eigenlijk het probleem niet.
C'est vrai, je me sens souvent écervelée.
Je hebt vast gelijk. Ik voel me vaak leeghoofdig.
Mon vrai nom est Poindexter, mais Ruby est obsédée par le tarot.
Ik heet eigenlijk Poindexter, maar Ruby is helemaal maf van tarot.
Je suis un vrai monstre, je suis si cruel.
Ik ben zo'n monster, zo'n boosaardige man.
Vrai, mais je dis juste que non, c'est pas possible.
Ja, maar ik bedoel dat het niet kan.
C'est vrai, agent, l'ADN l'a confirmé.
Het is wel waar, agent en DNA heeft het bevestigd.
Est-il vrai qu'elle peut ramener les morts à la vie?
Maar is het echt waar dat ze de doden weer tot leven kan brengen?
N'est-ce pas vrai, Capitaine Tate?
Is dat niet correct, hoofdinspecteur Tate?
C'est vrai que c'est bon.
Dit is eigenlijk behoorlijk goed.
Vous deux êtes un vrai régal pour les yeux!
. Wat ben ik blij om jullie twee te zien!
Même si c'est vrai, je ne peux pas être ministre de l'Intérieur.
Zelfs als dat wel zo was, zou ik geen minister kunnen worden.
Mais mon vrai nom est Walter.
Maar eigenlijk heet ik Walter.
C'est vrai que je ressens un lien entre nous.
Het is niet dat ik geen band voel tussen ons.
Pas vrai, Brigade?
Niet dan, Brigade?
Ce n'est pas vrai! Je suis venu en confiance et ils m'ont attaqué.
Ik kwam hier in goed vertrouwen en toen viel hij me aan.
C'est un vrai honneur d'être en votre compagnie.
Het is zo'n eer om hier met jullie te zijn.
C'est vrai… mais je gage qu'elle stimulera vos sens.
Toegegeven, het is opgedirkt… maar het zal de zintuigen zeker prikkelen.
Pas vrai, salope?
Niet dan, teef?
C'est vrai que c'est un mystère pourquoi je l'ai poursuivie.
Ja, het is een mysterie waarom ik haar aanklaagde.
Si ce n'est pas vrai, ça ne change rien?
Dat ze niet waar zijn, verandert niets?
Uitslagen: 15067, Tijd: 0.3097

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands