Voorbeelden van het gebruik van We bellen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We bellen de politie.
We bellen iedereen.
We bellen mijn ma in Santa Barbara.
Ja, we bellen.
Ik blijf thuis, we bellen alle reisbureaus.
Wie kunnen we bellen?
Of we bellen dr. Robert?
Hoe laat kunnen we bellen?
We bellen de politie.
We bellen Debbie om te komen oppassen,
Moeten we niemand bellen?
We bellen de politie.
Moeten we nog bellen voor backup?
We bellen Dr Roman.
Ik beloof dat we bellen, zodra we een aanwijzing hebben.
We bellen als we gesetteld zijn.
Goed, we bellen de politie.
We bellen als we iets gehoord hebben.
We bellen de wegenwacht.
We bellen als we weten wat het is.