BELLEN - vertaling in Frans

appeler
bellen
noemen
roepen
heten
téléphoner
bellen
eindelijk
telefoneren
telefoon
goedkoop met toolani
contacter
contact
contact opnemen
contacteren
bellen
benaderen
joindre
bereiken
voegen
aan te sluiten
bellen
hechten
aansluiten
deelnemen
meedoen
samen
toetreden
sonner
klinken
bellen
rinkelen
overgaan
geluid
ring
de bel
luiden
in te luiden
het klinkt
prévenir
voorkomen
waarschuwen
vertellen
preventie
voorkoming
zeggen
inlichten
verwittigen
waarschuwing
bellen
bulles
zeepbel
bubbel
bubble
bel
luchtbel
bul
tekstballon
ballon
puzyrek
windscherm
cloches
bel
klok
bell
er
aan de hand
is mis
klopt niet
mis
gong
mankeert
appelle
bellen
noemen
roepen
heten
appelez
bellen
noemen
roepen
heten
appellent
bellen
noemen
roepen
heten

Voorbeelden van het gebruik van Bellen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
We moeten de familie bellen.
Il faut prévenir sa famille.
ik mag haar altijd bellen.
je peux toujours la joindre.
Sta op en hoor de bellen.
Lève-toi et entends les cloches.
We moeten de school bellen.
On devrait prévenir l'école.
Karen je niet kan bellen.
Karen ne puisse pas te joindre.
Twee tepelklemmen met rode bellen.
Deux pinces à seins avec des cloches rouges.
Kan iemand mijn moeder bellen?
Quelqu'un peut prévenir ma maman?
En ik heb deze, je kunt me altijd bellen.
Et j'aurai ça avec moi. Tu pourras me joindre quand tu veux.
Ja ik haal de jongens nu op. Kan jij Erin en Henry bellen?
Je dois ramener les garçons, tu peux prévenir Erin et Henry?
Als je me ooit wilt bellen, ben ik daar.
Si vous voulez me joindre, c'est là qu'on sera.
Ze had eerder moeten bellen.
Elle aurait dû prévenir.
Ik kon zelfs Ali niet bellen.
Je ne pouvais même pas joindre Ali.
moet je bellen.
tu dois prévenir.
Kunt u iemand bellen?
Vous pouvez prévenir quelqu'un?
ik wilde je gewoon even bellen.
je voulais juste te prévenir.
Moeten we iemand bellen?
Doit-on prévenir quelqu'un?
Kunnen we iemand bellen?
On peut prévenir quelqu'un?
U zou mijn vader bellen!
Vous deviez prévenir mon père!
de hotelmanager niet bellen?
Ne devrions-nous pas prévenir la police?
We bellen de politie.
Nous appellerons la police.
Uitslagen: 9376, Tijd: 0.0843

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans