RAPPELER - vertaling in Nederlands

• herinneren
• eraan herinneren
• terugbellen
• wijzen
• vergeten
• erop wijzen
• onthouden
• bellen
• terug te bellen
• terugroepen
• terug te roepen
• denken
• nog
• herhalen
• in herinnering
• weet
• gememoreerd

Voorbeelden van het gebruik van Rappeler in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Je peux te rappeler plus tard?
Kan ik je straks bellen?

Je ne fais que rappeler le rapport.
Ik roep alleen maar even het rapport in herinnering.

Il faut rappeler le chien.
We moeten de hond terugroepen.

Pas la peine de me rappeler de quoi ils sont capables.
Ik weet waar ze toe in staat zijn.

Puis-je vous rappeler ce qui est arrivé à Sodome?
Weet je nog wat er gebeurde in Sodom?

Est ce que ca pourrait être bien de ne pas rappeler la personne?
Is het wel oke om de persoon gewoon niet terug te bellen?

Laissez moi me rappeler.
Laat me denken.

Debra, tu devrais rappeler Linda.
Debra, je moet Linda bellen.

Inutile de vous rappeler l'importance de la planète de Sherman.
U weet hoe belangrijk Shermans Planeet voor ons is.

Écoutez, on va vous rappeler.
Luister, u hoort hier nog van.

Vous n'avez aucune intention de me rappeler.
U heeft niet de intentie om me terug te bellen.

Vous me rappeler Jackson.
Je doet me aan Jackson denken.

Je peux te rappeler, demain?
Kan ik je morgen bellen?

Maintenant que tu en parles, je crois me rappeler quelqu'un.
Nu je het zegt… Ik geloof dat ik wel iemand weet.

Désolée, j'ai oublié de te rappeler.
Sorry, ik vergat je terug te bellen.

les tiges presque rappeler de paille sèche.
de stengels bijna denken aan droge stro.

Tu dois te rappeler de ça.
Misschien ken je dat nog wel.

Je peux te rappeler plus tard?
Kan ik je later bellen?

Elle a laissé un message urgent lui demandant de la rappeler.
Ze liet een dringende boodschap achter met de vraag haar terug te bellen.

Dites-lui qu'elle pourrait se rappeler des choses qu'ils voudraient entendre.
Vertel haar dat zij misschien dingen weet die zij ook willen horen.