Voorbeelden van het gebruik van Zet hem in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Zet hem op de hoofdlijst.
Zet hem maar op de tafel.
Geef hem twee aspirines en zet hem in een taxi, ja?
Zet hem tegen de muur.
Zet hem op de passagiersstoel.
Zet hem op de luidspreker.
Goed, zet hem neer.
Neem hem mee naar het strand of zet hem gewoon in je tuin!
Zet hem in de studeerkamer van pa.
Zet hem in het busje.
Neem nu de maatbeker… en zet hem in de toegangskamer.
Zet hem in de slaapkamer.
Zet hem in kamer 2.
Zet hem in het gat van oma.
Zet hem maar in kamer A.
Zet hem in mijn auto.
Maar zet hem morgen toch maar op vibreren.
Zet hem anders in warm water.
Zet hem op de tribune, en hij geeft Hernandez betrouwbaarheid.
Snel, zet hem in de auto.