Voorbeelden van het gebruik van Biecht in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Mijn laatste biecht, was 11 jaar geleden.
Geef je schuld toe. Biecht je zonden.
Ik heb amper spijt en biecht al mijn zonden op.
Als jij je zonden biecht, kan ik je nu vergeven.
Je biecht.
Ik biecht wel bij de Hoge Septon.
Biecht je zonden op jongen, dat zal de pijn wegnemen.
Ik loog tijdens de biecht.
Ik hoorde het tijdens de biecht, mijn bron moet geheim blijven.
Je biecht leugens.
Uw biecht.
Biecht je misdaden in Berlijn op.
Kunnen we dit zien als een biecht?
Maar, omdat je dit vertelde tijdens een biecht… moet ik je toestemming vragen.
Het is al vier maanden sinds mijn laatste biecht, en.
Biecht je zonde op.
Dit is een biecht, vader.
Biecht je sterfelijke zonden op.
Deze plaats… herinnert me aan een biecht.
Biecht je sterfelijke.