Voorbeelden van het gebruik van Goed bezig in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Goed bezig Audi.
Goed bezig".
Ik was overtuigd: ik was goed bezig.
Ze is goed bezig, weet je?
Goed bezig, turbo.
En tot nu toe, ze zijn goed bezig.
Je bent goed bezig, Leah.
Goed bezig, Rudy.
Je bent goed bezig.
Nee… nee, je bent niet goed bezig.
Goed bezig.
Nee, blijf gewoon goed bezig.
Je bent goed bezig.
Goed bezig, coach.
Markers, wisser, goed bezig.
Dit is nog maar het eerste jaar, maar ze zijn goed bezig.
Goed bezig, Trey.
Nee, hij is goed bezig.
Je was goed bezig.
Goed bezig, kleine man.