HIJ IS HET - vertaling in Spaans

• es él
• él está
• él ha
• él lo
• fue él
• era él
• es ella

Voorbeelden van het gebruik van Hij is het in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

Ja, hij is het.
Sí, ese es.

Hij is het.
Mierda, eso es.

Hij is het van Wie de profeten gesproken hebben.
El es de quién los profetas hablaron.

Emma, hij is het niet, is hij?.
Emma, sin embargo no lo es,¿verdad?

Hij is het, die iemand huurde om haar te vermoorden.
El es el que… contrató a alguien para asesinarla.

Hij is het niet waard.
No es la pena.

Maar hij is het niet alleen.
Pero no es solo él.

Hij is het die ik wil zien.
Es lo que quiero ver.

Nee, hij is het niet.
No, no lo es.

Hij is het, maar hij vertelde Sean dat hij liever u meenam.
Y lo está, pero le contó a Sean que él prefería traerte a ti.

Hij is het beste wat ik in mijn leven gekregen heb.
Es lo mejor que hice en mi vida.

Hij is het meest belangrijke op de wereld voor me.
Es lo más importante para mi.

Maar hij is het niet.
Pero no lo es.

Hij is het mooiste wat we ooit gedaan hebben.
Es lo mejor que hemos hecho nunca.

Ja, maar hij is het niet.
Sí, pero no lo es.

Hij is het die gekomen is met water en bloed'.
Este es el que vino por el agua y por la sangre.”.

Hij is het enige in heel het universum dat wel één moet zijn..
El es lo único en todo el universo que debe ser uno.

Hij is het beste, wat ik ooit ben tegengekomen.
Porque es lo mejor… -… que me ha pasado nunca.

En Hij is het die vanuit de hemel water laat neerdalen.
Y El es Quien ha hecho bajar agua del cielo.

Hij is het beste wat deze band overkomen is..
Es lo mejor que le ocurrió a esta banda.