Voorbeelden van het gebruik van Ik woon in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wil je zien waar ik woon?'.
Hier in het dorp waar ik woon is dat normaal.
De buurt waar ik woon is rustig maar slechts 3 km van Colmar.
Ik woon in dit hotel met een reden.
Weet je waarom ik hier woon?
Je weet waar ik woon, en dan?
In de stad waar ik woon is er een gezegde onder de niet-gelovigen.
Ik woon in Pakistan, hier hebben zelfs dokters geen duidelijk concept.
Nee ik woon hier al 12 jaar.
Een tak staat in bloei in het huis waar ik woon.
Ik woon 6 Jaar in Duitsland
Wil je met mee naar mijn huis gaan, ik woon dichtbij?
Ik woon in Londen, permanent.
Ik woon al m'n hele leven thuis.
Je had gelijk, Peter, ik woon in een samenleving.
Nee, ik woon hier.
Ik woon niet ver van hier.
Ik woon daar, ga maar kijken.