IS IN DE KEUKEN - vertaling in Spaans

• está en la cocina
• es en la cocina

Voorbeelden van het gebruik van Is in de keuken in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

Zelfs als het druk is in de keuken en ik nog veel meer te doen heb, probeer ik deze altijd zelf te maken.
Incluso cuando la cocina está ocupado y no tengo ciento uno otras cosas que hacer, Yo siempre trato de hacer de este uno mismo.".

niet opdringerig is in de keuken boven je bureau?
no intrusiva en la cocina que está sobre tu escritorio?

Mijn moeder is in de keuken aan het koken en in de gang,
Mi madre está en la cocina, cocinando, y de todos los lugares,

Sleutel tot keuken uitkomen- veranda is in de keuken op het toetsenbord sleutel poort naar de tuin is gelegen op een haak aan de kleine chill op de weg van de achterste flank naar de garage.
A clave para salir del cascarón cocina- terraza es en la cocina en el tablero de la puerta de enlace clave clave para el jardín está situado en un gancho en el pequeño escalofrío en el camino desde el flanco posterior al garaje.

het is eigenlijk onder de trap en de badkamer is in de keuken met alleen een douche gordijn te bedekken(lijkt duidelijk
es en realidad debajo de la escalera y el baño está en la cocina con solo una cortina de ducha para cubrirlo(parece obvio

Deze drie zijn in de keuken.
Esos tres están en la cocina.

De meiden zijn in de keuken.
Las niñas están en la cocina.

Ze was in de keuken met Dylan.
Se fue a la cocina con Dylan.

Bernice Taylor was in de keuken.
Bernice Taylor estaba en la cocina.

Ze zijn in de keuken.
Ellos están en la cocina.

Jullie zijn in de keuken geweest..
Ustedes estuvieron ambos en la cocina.

De kinderen zijn in de keuken met Marie?
Los chicos están en la cocina. Marie Olhsson también.¿Y Jeanette?

Ik was in de keuken, eten koken voor mijn dochters.
Yo estaba en la cocina preparando la cena para mis hijas.

Ik ben in de keuken.
Yo estaré en la cocina.

Lucifers zijn in de keuken.
Las cerillas están en la cocina.

Tom was in de keuken.
Tom estaba en la cocina.

Je spullen zijn in de keuken.
Sus cosas están en la cocina.

Ik was in de keuken toen het begon, dus ik zag het niet.
Yo estaba en la cocina cuando empezó, así que no vi.

Lichamen zijn in de keuken, woonkamer en slaapkamer.
Los cuerpos están en la cocina, salón, dormitorio.

Ik ben in de keuken, OK?
Yo voy a estar en la cocina,¿vale?