Voorbeelden van het gebruik van Je type in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
M'n zus is je type niet.
Als je voor mij werkt… is iedereen je type.
Ik dacht dat het je type was.
Omdat hij niet je type is.
Schoenen, lasertherapie, kleding voor je type.
Ik denk niet dat ze je type is.
Trouwens, het is je type niet.
Maar het eerste waarover je duidelijk moet zijn is je type.
Zij is je type.
denk niet dat hij je type is.
Het begint allemaal met je Type.
Hij lijkt me je type. Lang, intelligent, afstandelijk.
Ik ben je type niet.
Was hij je type niet?
Als ik niet je type ben, zeg 't dan.
Zielig zootje. Is hij je type?
Ze is niet je type?
Ik dacht dat hij je type wel was.
Misschien is Randy je type niet.
Wie is meer je type?