Voorbeelden van het gebruik van Onafscheidelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Mijn IPad en ik onafscheidelijk.
Want we zijn allemaal onafscheidelijk verweven in een levensweb,
Ze zijn heel onafscheidelijk die hem vergezellen, en voortkomen uit dezelfde oorzaak precies
De bureaucratie is onafscheidelijk verbonden met de economisch heersende klasse,
Het voortgebrachte nut is onafscheidelijk verbonden met het transportproces, d. w. z.
is onafscheidelijk verbonden met de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.
de naam Cornelissen onafscheidelijk verbonden blijft met de brouwerij.
Zoon in hun zending onafscheidelijk verenigd zijn.
Zoon in hun zending onafscheidelijk verenigd zijn.
een verzameling van levende organismen, die onafscheidelijk verbonden zijn met de levenloze natuur binnen een bepaald territorium.
direct Begeleidende onafscheidelijk.
begeleidende onafscheidelijk en heel natuurlijk elke ontlading van de bliksem.
leeg en onafscheidelijk van het Grote Stralingslichaam, kent geboorte noch dood.
Zijn cultuurhistorische waarde is onafscheidelijk verbonden met de persoonlijkheid van aartshertog Ferdinand II(1529-1595),
Geloof en leven zijn onafscheidelijk, want geloof zonder daden is dood(CKK 1815).
zij is onafscheidelijk van de werkelijke wereld,
Onafscheidelijk persoonlijk en gemeenschappelijk,
De parlementaire democratie is onafscheidelijk aan het tijdperk der vrije concurrentie
al het andere dat in de kosmos bestaat onafscheidelijk van de Schepper en van elkaar.
Waarom zich verzetten tegen de nieuwe technologieën voor het milieu, wanneer beide onafscheidelijk zijn tegenwoordig?