INSEPARABLE - vertaling in Nederlands

[in'seprəbl]
[in'seprəbl]
onafscheidelijk
inseparable
inseparably
onscheidbaar
inseparable
indivisible
inseparably
onafscheidbaar
inseparable
onverbrekelijk
unbreakable
inseparable
inextricably
indissoluble
inseparably
indissolubly
inextricable
van elkaar te scheiden
to separate
inseparable
to segregate
apart
niet-scheidbaar
inseparable
non-separable
onafscheidelijke
inseparable
inseparably
onscheidbare
inseparable
indivisible
inseparably

Voorbeelden van het gebruik van Inseparable in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I are a little inseparable.
ik zijn een beetje onafscheidbaar.
Form and function are inseparable with bulthaup.
Vorm en functie zijn bij bulthaup niet van elkaar te scheiden.
you were inseparable.
Betty waren onafscheidelijk.
The Inseparable, small African parrots,
De onafscheidelijke, kleine Afrikaanse papegaaien,
Modern reality is inseparable from the technological innovations of this plan.
De moderne realiteit is onlosmakelijk verbonden met de technologische innovaties van dit plan.
For two centuries they have been inseparable on our continent.
Beide zijn sinds twee eeuwen onscheidbaar op ons continent.
Martial aspects of intuitive boxing are inseparable.
krijgs aspecten van iBoksen zijn onafscheidbaar.
We became inseparable.
We werden onafscheidelijk.
Particularly that of her inseparable companion, the puppeteer.
Vooral dat van haar onafscheidelijke metgezel, de poppenspeler.
Common prefixes for inseparable verbs: A few but only a few!
Gebruikelijke voorzetsels voor onscheidbare werkwoorden: Sommige maar dit zijn er niet veel!
These mechanisms are inseparable from banishment;
Zo'n mechanismes zijn onlosmakelijk verbonden met de verbanning;
Shelby and Lisa and I, we were inseparable.
Shelby en Lisa en ik, waren onscheidbaar.
They are necessarily inseparable.
Ze zijn per definitie onafscheidbaar.
Lucy and I. We became inseparable.
Lucy en ik werden onafscheidelijk.
These four inseparable elements are your guarantee for effective cleaning.
Deze vier onafscheidelijke elementen zijn de sleutel tot een efficiënte reiniging.
Separable and inseparable compound verbs.
Scheidbare en onscheidbare samengestelde werkwoorden.
The activity of public services is inseparable from technology.
De werking van de openbare diensten is onlosmakelijk verbonden met de technologie.
Against God's fervent heat Objects coupled and inseparable Echo things burning to be said.
Tegen Gods hevige hitte Objecten gekoppeld en onscheidbaar Echo dingen branden worden gezegd.
Yes, we were inseparable.
Ja, we waren onafscheidelijk.
Look at those two inseparable chums, Smithers.
Kijk die onafscheidelijke maatjes eens.
Uitslagen: 1026, Tijd: 0.0606

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands