REED - vertaling in Spaans

reed
riet
condujo
rijden
leiden
besturen
drijven
rondrijden
autorijden
llevó
leiden
dragen
brengen
meenemen
duren
meeslepen
voeren
kosten
hebben
oppikken
montó
rijden
monteren
te assembleren
montage
mount
op te zetten
opzetten
aankoppelen
riding
bevestigen
cabalgó
rijden
paardrijden
het berijden
manejaba
omgaan
beheren
verwerken
rijden
behandelen
hanteren
afhandelen
beheer
handvat
bedienen
viajaba
reizen
rijden
een reis
afleggen
rondreizen
iba
gaan
naartoe
weg
komen
vertrekken
zou
weggaan
go
meegaan
corrió
rennen
lopen
hardlopen
joggen
racen
uitvoeren
run
draaien
vluchten
running
coche
auto
wagen
rijden
personenauto
car
voertuig
pilotó

Voorbeelden van het gebruik van Reed in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Een oude man reed tegen een telefoonmast.
Un señor mayor chocó contra un poste telefónico.
Ze reed tegen die van pa aan.
Ella chocó contra papá.
Plotseling verloor de bestuurder de controle en reed tegen een boom.
De repente, el conductor perdió el control y chocó contra un árbol.
De fotograaf reed ook op zijn motorfiets door deze extreme gebieden.
Además, el fotógrafo viajó en su moto por estas regiones extremas.
Zij reed een hele dag met haar auto.
Ella viajó todo el día con su auto.
Rush reed met een" nat" systeem.
Rush corría con un sistema húmedo,
Ik heb als moeder gezegd en reed met mijn fiets rond onze suburbane wijk.
Hice lo que mamá dijo y monté mi bicicleta por nuestro barrio suburbano.
Mijn klant reed ons met z'n auto naar dat terrein waar ik werk.
Mi cliente nos llevaba en su camioneta, al descampado donde trabajo.
Ik reed met m'n ossenkar naar de rivier maar de rivier was droog.
Manejé mi… Oxcart al embalse, pero estaba vacío.
Maar je reed in Cassandra's oude auto.
Pero tú conducías el viejo coche de Cassandra.
Wie reed die taxi?
¿Quién conduce el taxi?
Hij reed naar het zuiden. Naar Aquila.
Le vi cabalgando hacia el sur, hacia Aquila.
Ik reed naakt op een paard op een dressuurevenement.
Yo monté desnuda un caballo en un evento de doma equina.
Ik reed pony op Cleo's zesde verjaardag.
Monté mi primer poni en el 6to cumpleaños de Cleo.
De vrachtwagen reed vanaf Tripolis dwars door de Libische woestijn.
El camión viajó de Trípoli cruzando el desierto de Libia.
Je reed, weet je nog?
Tu conducías,¿recuerdas?
Hij reed weg en ging heen en probeerde voor zijn koninkrijk te zorgen.
El se alejaba cabalgando, y se iba, tratando de-de cuidar de su-su-su reino.
Jij reed de postkoets.
conducías la diligencia.
Een week geleden, reed je naar Lexington en kocht een Winchester bolt action kaliber 22.
Hace una semana, manejaste hasta Lexington y compraste un Winchester 22.
Ik reed zo dicht mogelijk langs de rand
Lo llevé tan cerca como pude del borde,
Uitslagen: 3923, Tijd: 0.1238

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans