Voorbeelden van het gebruik van Tarten in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Op het noodlot tarten.
Hij wordt beschuldigd van het tarten van de magistraat.
Dus tarten wij de wet van de wereld en ongeloof!
Me openlijk tarten?
Zij die Zijn wil tarten, zullen sterven!
Deze wonderen zullen elke menselijke redenering, wetenschappelijke kennis en ervaring tarten.
Ze… Laten we het lot niet tarten.
Je kunt de zwaartekracht tarten en stoere stunts uitvoeren in een monstertruck.
We tarten de aardbeving.
Ik wil het lot niet tarten.
Maar dan zou ik Asa en de Schepper tarten.
Mensenlevens werden gered omdat we het lot durfden tarten.
Ik zou 't lot maar niet tarten.
We willen de politie niet tarten.
Je had gelijk. Ik had hem niet moeten tarten.
Onthoud, de Kerk tarten… is God tarten.
En onthoud… de Kerk tarten, is God tarten.
Onthoud je gelofte… de Kerk tarten, is God tarten.
Onthoud je belofte… de Kerk tarten, is God tarten.
Je moet het lot niet tarten.