Voorbeelden van het gebruik van Wakker in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je bent wakker.
Het zien van de narf zal iets in de uitverkorene wakker schudden.
Ze is wakker.
Hé, je bent wakker.
Mamma is nog steeds wakker.
Is ze al wakker?
Ik was wakker.
Hé, je bent wakker.
word je uitgerust wakker.
Mijn vrouw is wakker.
Eentje waaruit je nooit wakker wordt.
Nicole, je bent nog wakker.
Ik was de hele nacht wakker, aan het denken.
Vang de delicate gerechten of crashen kakofonie zal de slapende Bob wakker.
Natuurlijk ben ik wakker.
Ik ben al wakker.
Nou, je werd wakker.
Automaat, waarom maakte jij me niet wakker voor de ochtend aankondigingen?
Ja, je staat in je pjama en we worden zo allemaal wakker.
Kijk eens wie er wakker was.