Voorbeelden van het gebruik van Zij wisten in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Nee, zij wisten het allang.
Zij wisten wat het Woord zei.
Zij wisten dat IK eraan kwam, maar zij bereidden zich niet voor.
Want zij wisten dat daarin een enorme schat verborgen lag.
En zij wisten dat de mensen dat zouden doen.
Zij wisten van jagen niets af;
Zij wisten wat onrecht was.
Zij wisten alles… behalve één ding.
Zij wisten alles… behalve één ding.
Zij wisten dat er iets goeds was.
Zij wisten dat zij ongehoorzaam aan Hem geweest waren.
Maar zij wisten niet dat hij met hen sprak over de vader.
Wat vreemd. Ik heb de school erover gebeld en zij wisten van niks.
En zij antwoordden, dat zij niet wisten.
En'ogen van achteren', dat zij wisten wat geweest was.
Nee, het nieuwe klif was ergens anders. Alleen zij wisten waar.
Zij wisten maar weinig van gerechtigheid
Zij wisten ook dat Lucifer een ware leider was
C: Zij wisten over de chimera maar zij kenden niet de details over de toplet en strangelet bommen.
Als zij wisten dat hij in L.A. was, zouden ze hem zo snel mogelijk te grazen nemen.