ANTOJO - vertaling in Nederlands

• verlangen
• zin
• gril
• hunkering
• trek
• grillen
• believen
• bevlieging
• hunkeren
• een opwelling

Voorbeelden van het gebruik van Antojo in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Si, pero ahora tengo antojo de corn dogs.
Ja, maar nu heb ik trek in worstenbroodjes.

Antojo de cambios en los cigarrillos.
De drang naar sigaretten verandert van karakter.

Uno de los huéspedes tiene antojo de panqueques de arándanos.
Eén van de gasten had trek in bosbessen pannenkoeken.

Tengo antojo de espárragos blancos
Ik had behoefte aan witte asperges,

Solo hay una forma de satisfacer tu antojo:¡tapas!
Er is maar één manier om aan je verlangen te voldoen: tapas!

Tengo antojo de guacamole.
Ik snak naar guacamole.

No tengo antojo de nicotina en absoluto.
Geen drang naar nicotine.

Reducción del antojo(necesidad de consumir drogas) hasta superar la adicción.
Vermindering van drang(drang naar drugs) tot het overwinnen van verslaving.

¿Tiene un antojo de ir a reuniones o facilitar el vino?
Heeft u een verlangen naar gaan of het vergemakkelijken van wijn bijeenkomsten?

Lo suficientemente grande para ir y venir a tu antojo.
Groot genoeg om in en uit te lopen wanneer je wilt.

Los miembros de WeWork usan estos espacios a su antojo.
WeWork-leden gebruiken deze ruimtes naar eigen inzicht.

Hace un tiempo de repente tuve antojo de un montón de tallarines instantáneos.
Een tijdje geleden had ik ineens enorme instant noodle cravings.

Tengo antojo.
Ik had goesting.

Yo no sere un titere para ser manipulado a su antojo.
Ik wil geen marionet zijn dat beweegt naar uw wensen.

Ya te lo he dicho. Tenía antojo de gofres.
Ik zei het je. ik kreeg een drang naar wat wafels.

pidiendo comida a su antojo.
begerende spijs naar hun lust.

puedes usar la fuerza a tu antojo.
dan mogen jullie naar goeddunken geweld gebruiken.

Tu madre estaba embarazada y desarrolló un antojo inusual.
Jouw moeder… was zwanger en ze ontwikkelde een ongewone lust.

que tengo antojo de pastel.
sinds de Amish, hunker ik naar appeltaart.

¡Tengo el antojo!
Ik heb honger!