HACER ALGO BUENO - vertaling in Nederlands

iets goeds doen
estar haciendo algo bien
hacer algo bueno
haciendo algo bien
iets leuks doen
iets goed doen
estar haciendo algo bien
hacer algo bueno
haciendo algo bien
iets leuks te doen
algo divertido que hacer
hacer algo bueno
hacer algo bonito

Voorbeelden van het gebruik van Hacer algo bueno in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Quería hacer algo bueno.
Ik wilde iets goeds doen.
Intento hacer algo bueno y tú solo lo despreciaste.
Ik probeer wat goeds te doen en jij verwijt het me.
Necesito hacer algo bueno.
Ik moet iets doen wat goed is.
Entré en la política por la oportunidad de hacer algo bueno.
Ik zit nu in de politiek. Ik heb de kans om iets goeds te doen.
Al intentar hacer algo bueno, hemos terminado haciendo justo lo contrario.
In een poging iets goed te doen, hebben wij het tegenovergestelde gedaan..
Al menos puedo hacer algo bueno con mi vida.
Ik kan tenminste één goed ding doen met mijn leven.
O podrías hacer algo bueno con ese dinero.
Of je zou iets goeds kunnen doen met het geld.
Hacer algo bueno para el mundo.
Iets goeds voor de wereld doen.
Intentaste hacer algo bueno.
Je probeerde iets goeds te doen.
Una oportunidad de hacer algo bueno con el tiempo que tenemos.
Een kans om iets goeds te doen met de tijd die ons gegeven is.
Que manera rápida y fácil de hacer algo bueno para todo tu cuerpo.
Wat een snelle en gemakkelijke manier om iets goeds voor je hele lichaam te doen.
Un hombre con el sueño de hacer algo bueno en el mundo.
Een man met een droom Om wat goed te doen in de wereld.
La IM esta por hacer algo bueno.
De VI gaat iets goeds doen.
Entonces, Forrest decide hacer algo bueno con su vida.
Dus Forrest besluit iets goeds met zijn leven te doen.
Ella quiere hacer algo bueno.
Ze wil iets goeds doen.
Trato de hacer algo bueno por alguien.
Doe je iets leuks voor iemand.
¡Estoy intentando hacer algo bueno!
Ik probeer iets goeds te doen!
Intentábamos hacer algo bueno.
We probeerden gewoon iets goeds te doen.
Una oportunidad de hacer algo bueno. Y ellos estaban reclutando.
Een kans om iets goeds te doen.
¿Quieres hacer algo bueno?
Je wilt wat goeds doen?
Uitslagen: 162, Tijd: 0.0711

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands