Voorbeelden van het gebruik van Qué cree in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
¿Qué cree, señor?
¿Qué cree usted?
Qué cree que es más importante,¿esto
¿Qué cree usted, Anders?
Wat geloof jij, Anders?Entonces,¿podría explicarme, por favor, qué cree que sucederá?
¿Qué cree que pasaría si escribiera otro libro?
Wat dacht je dat er gebeurt als ik ineens met een nieuw boek kom?¿Qué cree usted, Pablo?
Wat vind jij, Pablo?Qué cree que debería hacer?
Wat denk je dat No sé qué cree que.
Ik weet niet wat je denkt dat dit.¿Qué cree usted hoy?
Wat geloof jij op dit moment?¿Qué cree que tengo?
Wat dacht je dan?¿Y usted qué cree?
Wat vind jij?Qué cree que nos harán,?
Wat denk je dat ze met ons gaan doen?¿Qué cree entonces que sucederá
Wat dacht je dat er zou gebeuren¿Qué cree usted?
En wat geloof jij?Quiero saber qué cree que hace.
Ik wil weten wat je denkt te doen.¿Qué cree usted de Fi?
Wat vind jij van Fi?¿Y qué cree exactamente que puedo hacer por Vd.?
Wat denk je dat ik voor No sé qué cree que tenga, pero no lo veo así.
Ik weet niet wat je denkt te hebben, maar ik zie het niet zo.¿Qué cree que hacía durante la primera hora?
Wat dacht je dat ik het eerste uur deed?
