TRAUMA - vertaling in Nederlands

• trauma
• letsel
• trauma's
• letsels

Voorbeelden van het gebruik van Trauma in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Severo trauma en la cabeza tras caer seis metros desde un puente ferroviario.".
Zware klap tegen het hoofd na val van 6 meter vanaf een spoorbrug.

El tratamiento de dicho trauma ocurre de forma ambulatoria
De behandeling van een dergelijk trauma gebeurt ambulant

El trauma de los últimos días… Ya me entiende?
De schok van de laatste dagen, begrijpt u wel?

¿Cuántos trauma ha hecho tu novia?
Hoeveel traumagevallen heeft jouw vriendin behandelt?

¿Trauma o caída?
Een klap of een val?

Trauma uno hasta el tres.
Traumakamer één tot en met drie.

Trauma 1 está libre.
Naar Trauma 1.

Trauma 1.¿Cómo te llamas?
Naar Trauma 1. Kijk uit?

Bien, preparen Trauma 1.
Hij mag naar Trauma 1.

El trauma afecta la capacidad de confiar en los demás.
Traumatisering tast immers het gevoel anderen te kunnen vertrouwen aan.

Dile a Morgenstern que cerramos Trauma ahora.
En bel Morgenstern. De Trauma gaat nu dicht.

Te he estado llamando. Trauma 2.
Je moet naar Trauma 2.

El trauma te hace sentir impotente y vulnerable.
Door trauma voel je je machteloos en kwetsbaar.

Al igual que en el último caso, no había trauma corporal masiva.
Zoals bij de laatste zaak is er veel lichamelijk schade.

Estás de guardia para trauma.
We zijn hier voor de trauma.

No hay sangre, no hay trauma visible, no hay entrada forzada.
Er is geen bloed, geen zichtbare verwonding, geen inbraak.

Llevadle al Trauma 2.
Breng hem naar kamer 2.

¿Qué usted ha sobrevivido en la universidad es un trauma.
Wat je op de universiteit heb overleefd is traumatisch.

Creo que todavía estoy recuperándome del trauma.
Ik heb vast nog last van dat hoofdletsel.

Su esposa sufrió un trauma severo en la explosión.
Je vrouw heeft ernstige verwondingen.