EIN BERUF - vertaling in Nederlands

een beroep
in anspruch
appellieren
berufung
klage
zurückgreifen
appell
fordert
ruft
herangezogen
inanspruchnahme
een vak
einen beruf
ein handwerk
einen kurs
einen kasten
eine box
ein feld
fach
een baan
arbeit
job
eine stelle
orbit
eine anstellung
beschäftigung
eine arbeitsstelle
arbeitsplätze
ein jobangebot
eine bahn
een carrière
karriere
beruf
laufbahn
werk
arbeit
job
arbeitsplatz
aufgabe
beruf
beschäftigung
tätigkeit

Voorbeelden van het gebruik van Ein beruf in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Handelskorrespondentin ist ein Beruf mit Zukunft.
Handelscorrespondente is een beroep met toekomst.
Das Führen eines LKW ist ein Beruf mit eigenen Herausforderungen.
Het rijden op een vrachtwagen is een vak met zijn eigen uitdagingen.
Ich wusste nicht, dass das ein Beruf ist.
Ik wist niet dat dat een baan was.
Aber es war dennoch nur ein Beruf, kein Leben.
Maar het was slechts een beroep, geen leven.
Es ist sogar ein Beruf.
Het is zelfs een vak.
Es ist ein Beruf.
Het is een baan.
Handelskorrespondentin ist ein Beruf mit Zukunft.
Handelscorrespondent is een beroep met toekomst.
Es ist mehr als ein Beruf, es ist eine Berufung.
Het is meer dan een beroep, het is een roeping.
Hufpfleger ist ein Beruf.
Bestekzoeker is een beroep.
Ein Arzt ist nicht so sehr ein Beruf als eine Berufung.
Een arts is niet zozeer een beroep als een roeping.
Das Bürgermeisteramt ist ein Beruf.
Burgemeester is een beroep.
Singen ist ein Beruf.
Zingen is een beroep.
Wie gesagt, Kriegsführung ist ein Beruf.
Ik zei toch, oorlogvoering is een beroep.
es ist ein Beruf.
het is een beroep.
Das war nur eine unserer Veranstaltungen. Ein Beruf ist das nicht.
Het is geen carrière, het is gewoon een evenement voor ons.
Er sagte, Poesie wäre ebenso eine Gabe wie gute Gesundheit. Was er brauchte, war ein Beruf.
Hij zei dat dichten evenzeer een roeping was, als gezondheid.
Was für ein Beruf war das?
Wat voor een werk was dat?
Ein Beruf, der eine große Rolle in diesem Prozess spielt ist der Architekt.
Een bezetting die een grote rol in dit proces speelt is dat van een architect.
Auf der Ebene dieses Mannes ist"Tot" ein Beruf.
Doden is voor hem 'n vak.
Wissen Sie, das ist ein Beruf für junge Leute.
Nou, het is het beroep van een jonge man.
Uitslagen: 84, Tijd: 0.037

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands