DEN BERUF - vertaling in Nederlands

het beroep
beruf
die beschwerde
klage
der rückgriff
den berufsstand
der einspruch
die rechtsmittel
der appell
inanspruchnahme
rechtsbehelf
het vak
feld
geschäft
fach
box
beruf
dem kasten
das kästchen
handwerk
den kurs
job
werk
arbeit
job
arbeitsplatz
aufgabe
beruf
beschäftigung
tätigkeit
banen
job
arbeit
stelle
arbeitsplatz
umlaufbahn
orbit
bahn
beruf
posten
strecke
van carrière
karriere
laufbahn
beruf
berufsleben
roeping
berufung
bestimmung
aufruf
the calling
ruf
vision
carrière
karriere
laufbahn
beruf
broodwinning
lebensunterhalt
existenz
lebensgrundlage
broterwerb
beruf
existenzgrundlage

Voorbeelden van het gebruik van Den beruf in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich… lerne ihn den Beruf.
Ik leer hem het vak.
NYOOPI ist eine Schande für den Beruf, den ich liebe.
NYOOPI is een plaag voor het beroep waar ik van hou.
Ich bewunderte den Beruf meiner Eltern.
Ik was dol op het beroep van m'n ouders.
Kann ich den Beruf meiner Tante nehmen? Nein,?
Mag ik het beroep van m'n tante nemen?
Theresa Hübchen erlernte zunächst den Beruf der Hutmacherin.
Rainer Holbe leerde eerst het beroep van uitgever.
Wichtigkeit für den Beruf.
Geven belang aan het beroep.
Maria lernte in Köln den Beruf von Kolonialwarenhändlerin.
Maria leerde in Keulen het beroep van Kolonialwarenhändlerin.
geheimnisvollen Appell an den Beruf des Physikers!
mysterieuze beroep toe op het beroep van natuurkundige!
Bewertungen über den Beruf.
beoordelingen over het beroep.
Maieutics ist die"Hebammenkunst" von Sokrates Hinweis auf den Beruf seiner Mutter.
Maieutics is de'verloskundigekunst' van Socrates hint op het beroep van zijn moeder.
Darum sollte ich den Beruf wechseln.
Daarom moest ik van baan veranderen.
Ich kann den Beruf wechseln. Ich kann zusehen,
Ik kan van baan veranderen, ik kan zorgen
Ich posaune nicht den Beruf meines Vaters raus.
Ik loop niet met het beroep van m'n vader te koop.
Sie haben den Beruf verfehlt, Roxy.
Je hebt de verkeerde baan, Roxy.
Oder den Beruf.
Of van beroep.
Der Antrag auf Ermächtigung, den Beruf des Immobilienmaklers gelegentlich in Belgien auszuüben.
Verzoek om toestemming om occasioneel het beroep van vastgoedmakelaar in België uit te oefenen.
Emonts ergriff den Beruf eines Bankangestellten.
Nadien begon Imane aan een loopbaan van bankbediende.
Er wählte den Beruf eines Diplomaten.
Hij koos voor een carrière in de diplomatie.
Von 1961 bis 1965 übte er den Beruf des Anwalts aus.
Tussen 1961 en 1965 werkte hij aan zijn Habilitatie.
Hiermit erhalten Sie die Befugnis den Beruf auszuüben.
Hiermee ben je bevoegd om het beroep uit te oefenen.
Uitslagen: 205, Tijd: 0.0693

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands