GINGST - vertaling in Nederlands

ging
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
vertrok
gehen
fahren
verschwinden
verlassen
weg
los
abreisen
aufbrechen
abhauen
starten
wegging
verlassen
ging
weg warst
fortging
verschwand
wegfuhr
was
sind
wurden
haben
geben
nam
nehmen
treffen
ergreifen
übernehmen
machen
gehen
bringen
haben
holen
werden
liep
laufen
gehen
zu fuß
spaziergang
rennen
spazieren
kommen
wandern
führen
wandeln
stapte
schritte
steigen
stufen
gehen
treten
fortschritte
verlassen
nehmen
etappen
inging
ging
kam
betrat
war
durchbumst
gaan
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
gaat
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
ben
sind
wurden
haben
geben
ga
gehen
werden
fahren
wollen
machen
kommen
laufen
fliegen
jetzt
verschwinden
bent
sind
wurden
haben
geben
vertrokken
gehen
fahren
verschwinden
verlassen
weg
los
abreisen
aufbrechen
abhauen
starten

Voorbeelden van het gebruik van Gingst in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Du gingst einfach zu ihr und hast sie geküsst?
Dus je stapte gewoon op haar af en zoende haar?
Wo gingst du zur Schule?
Waar ging jij naar school?
Als du gingst, um allein zu leben.
Toen je vertrok om op jezelf te gaan leven.
Du gingst fast drauf bei der Fehlzündung!
Jij was bijna dood toen hij weigerde!
Ohne dich am Tor abzumelden. Du gingst ohne einen Plan.
Je bent weggegaan zonder route, je niet afgemeld bij het hek.
Nachdem du gingst, erfuhr ich etwas sehr Ernstes.
Nadat je wegging, heb ik iets belangrijks ontdekt.
Du gingst nicht ans Telefon.
Je nam de telefoon niet op.
Warum gingst du weg?
Waarom liep je weg?
Du gingst zum FBI wegen der Frau.
Je stapte voor dat meisje naar de FBI.
Warum gingst du so schnell?
Waarom vertrok je plots?
Warum gingst du?
Waarom ging je?
Wohin gingst du gestern Abend?
Waar was je gisteravond ineens?
Du gingst.
Jij bent weggegaan.
Sie hat dir nie vergeben, dass du gingst.
Ze heeft je nooit vergeven dat je wegging.
Ja, aber ich dachte, du gingst in das Licht.
Ja, maar ik dacht dat je het licht inging.
Du gingst nicht ran.
Jij nam niet op.
Du gingst Hand in Hand mit Veronique.
Je liep hand in hand met Veronique.
Wieso gingst du nicht zur Polizei?
Waarom ging je niet naar de politie?
Gingst du deshalb heute nicht zur Arbeit?
Was je daarom niet op het werk vandaag?
Warum gingst du weg?
Waarom stapte je weg?
Uitslagen: 647, Tijd: 0.0803

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands