RUM - vertaling in Nederlands

daar
da
dort
hier
da draußen
dorthin
drüben
zo
so
gleich
sehr
bald
hier
da
her
dort
gewoon
nur
einfach
bloß
eben
normal
doch
so
lediglich
gewöhnlich
halt
rondhangen
abhängen
rumhängen
herumlungern
hier
rumsitzen
herumschleichen
staan
stehen
sein
unterstützen
befinden sich
stellen
erlauben
gestatten
enthalten
treten
rondlopen
herumlaufen
bewegen
draußen
gehen
rumrennen
sind
rum
umherlaufen
herumgehen
herumspazieren
zit
sitzen
haben
stecken
hinsetzen
platz
liegen
befinden sich
hängen
da
verbringen
omheen
ignorieren
drum herum
rum
um den heißen brei
schönreden
umfliegen

Voorbeelden van het gebruik van Rum in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ich sitze nicht rum, während Oscar euren Arsch rettet.
Ik blijf hier niet, terwijl Oscar jullie redt.
Du hängst hier nur rum wie der Loser, der du bist.
Gewoon aan het rondhangen, zoals de loser die je bent.
Stehen Sie nicht rum wie ein Idiot!
Sta daar niet als een idioot!
Man hängt hier rum, isst Kuchen
Je zit hier gewoon, eet taart
Steht da nicht rum wie Ölgötzen.
Blijf daar niet zo staan als zoutzakken.
Aber warum ist der Rum weg?
Maar waarom is de rum weg?
Lauf nicht mit Gewehren rum, auch nicht aus Spass.
Je moet niet zomaar met geweren rondlopen, ook niet voor de grap.
Wo treibst du dich rum?
Waar zit je?
Häng nicht dauernd im Treppenhaus rum, Reggie, bitte!
Blijf niet op de trap rondhangen, Reggie, alsjeblieft!
Sitz nicht rum, Junge.
Zit daar niet zo.
Wenn du also schon da rum sitzt, kannst du mir auch ein paar Fragen stellen.
Dus als je hier gewoon gaat zitten, dan kan je me evengoed overhoren.
Stammel nicht rum, Donnie.
Stotter niet zo, Donnie.
Ihr sitzt rum, esst Brunch und lebt in einer Traumwelt.
Jullie zitten hier te brunchen en te doen alsof.
Wieso stehen Sie da nur rum?
Je blijft daar gewoon staan,?
Sorry, ich hab im Auto Rum getrunken.
Sorry, ik heb wat rum gedronken in de auto.
Das Ende drüber. Und das so rum.
En er omheen. Goed zo.
Du hängst immer an der Uni rum, aber keiner weiß, was du eigentlich machst.
Ik zag je altijd bij de school rondhangen, maar niemand wist wat je deed.
Spiel nicht rum, David!
Zit niet te spelen, David!
Steh nicht dumm rum, lauf.
Sta daar niet zo. Ga weg.
Zu Hause lauf ich immer nackt rum.
Ik ben gewoon naakt thuis.
Uitslagen: 2686, Tijd: 0.374

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands