ARE GOING TO HAVE - vertaling in Nederlands

• gaan hebben
• zullen hebben
• moet ondergaan
• gaan krijgen
• zullen moeten
• zullen krijgen
• gaan moeten
• gaan nu
• gaat hebben
• zult hebben
• zal hebben

Voorbeelden van het gebruik van Are going to have in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

If you're going to have sex, do it in my parents' bedroom.
Als je sex gaat hebben doe het in m'n ouders hun slaapkamer.

What percentage of my population are going to have.
Welke percentage van mijn populatie zal hebben.

Decide what appliances you are going to have in the kitchen.
Beslissen welke apparaten u gaat hebben in de keuken.

Sometimes you know in advance you are going to have a difficult conversation.
Soms weet je van tevoren dat je een moeilijk gesprek gaat hebben.

You're going to have a nice sleep.
Je gaat nu lekker slapen.

Are you afraid you're going to have a boss?
Bang dat je een baas zult krijgen?

just like you're going to have to..
net als jij zult moeten doen.

You're going to have a lot of first kisses.
Je zult nog vaak eerste kussen krijgen.

Max, you're going to have a great story for show-and-tell on Monday.
Max, nu heb je een mooi verhaal voor meeneemdag.

If you are going to have a skin allergy test done.
Als u van plan bent om een huidtest uit te voeren.

But you're going to have a long winter bellyache, you boob.
Je zult nog lang buikpijn houden.

You're going to have 0.06 seconds to absorb the massive release of atomic energy.
Daarna heb je 0, 06 seconden om de atoomenergie te absorberen.

You're going to have more responsibilities… booking guests,
Je krijgt nu meer verantwoordelijkheden… gasten boeken,

All right, so you're going to have a pointed conversation with Mr. Merlyn.
Oke, dus je gaat een hebben wees gesprek met Mr Merlyn.

Well, you're going to have to..
Nou, je gaat te hebben om.

You're going to have a system failure if you don't shut up.
Jouw systeem loopt vast als je je mond niet houdt.

We're going to have to completely redo this mam.
We zullen hem helemaal moeten verbouwen, mevrouw.

You're going to have my baby, my son.
Jij krijgt nu mijn baby, mijn zoon.

We're going to have a lot of years to enjoy our orphans.
We gaan nog een heleboel jaren genieten van onze weeskinderen.

If you are going to have an operation in the next 30 days.
U ondergaat de komende 30 dagen een operatie.